Een trompet bestaat uit diverse onderdelen:

een mondstuk (voor info zie de pagina over het mondstuk), de ventielen (kosten wel onderhoud), daarmee kunt u ook verschillende klanken spelen,

je hebt waterkleppen die je nodig hebt om de spuug uit je trompet te laten om te voorkomen dat het in de trompet blijft zitten en een heel erg trillende klank krijgt, tevens zijn er stemschuiven; die zijn voor -tja, de naam zegt het al- om te zorgen dat je trompet wel goed stemt. dit is vooral belangrijk als je in een orkest of band zit, want dan moet het natuurlijk niet vals gaan klinken. Er zijn overigens best veel stemschuiven op een trompet (staan niet allemaal op de afbeelding), maar in de praktijk zullen er maar 2 gebruikt worden: stemschuif 1 (schuif je ongeveer een halve centimeter tot 3,5 centimeter uit voor je gaat spelen, je stemt af met een stemapparaatje of een stemapparaat-applicatie op je telefoon), en stemschuif 2 (gebruik je voor de noten D1 en Des1/Cis1) . Ten slotte heb je ook nog de klankbeker helemaal rechts op dat plaatje, die geeft de trompet vorm en zoals de naam al zegt lijkt het op een soort beker.

een van de balangrijkste tips: op de ventielen staan nummertjes, 1, 2 en 3 (1 is het meest richting uw mondstuk) en als u uw ventielen gaat oliën, dan moet u er wel op letten dat u de ventielen goed terug stopt anders kunt u er niet op spelen. ten slotte is het ook belangrijk dat u de nummertjes aan de kant van het mondstuk terug stopt anders zitten de ventielen gedraaid.